Bijen Vereniging van Velema's Uit Veele |
||
11/14/08 |
|
Bijen In het oude Westerwolde vierde de bijenhouderij hoogtij; geen eigenerfde boer, die niet over een aantal bijenvolken en over een ‘iemstal’ beschikte. Men kende toen geen suiker; men gebruikte honing als zoetmiddel. Die honing werd daarvoor uit de raten geslingerd. De overgebleven resten werden vervolgens gekookt, waarna het kookvocht door een zeef ging. Vervolgens liet men het een gistingsproces ondergaan en zo ontstond een algemene volksdrank: de mee. Een klein beetje alcoholhoudend. Imkers weten, dat bijen er één vervelende eigenschap op nahouden: ze vertrekken plotseling door hun koningin te volgen. Zo’n zwerm kan zich dan plotseling weer neerzetten in een boom of struik, aan een dakgoot, of soms op een vreemde plaats. Voor een bijenhouder is het dan zaak snel een korf te pakken om dit gehele bijenvolk te bemachtigen. Het Landrecht regelt dat weer tot in de details. Vond iemand een bijenzwerm in het open veld of in het bos, dan mocht hij daar een teken bij zetten en snel een korf van huis halen. Als er zo’n teken bij de zwerm gemaakt was, zou niemand tijdens afwezigheid van de vinder de zwerm inpikken, dat werd beschouwd als dieverij. Vond iemand een zwerm op andermans terrein, dan mocht hij daar ‘een penninck bij leggen’, waarna hij eveneens de zwerm in bezit mocht nemen. Maar ... stel nu eens, dat zo’n zwerm neerstreek in de bijenstal van iemand anders, terwijl ze al enige tijd door iemand gevolgd was? Dan moest deze achtervolger staande bij de zwerm, met zijn linkerhand een hamer werpen. Bevonden
zich binnen de afstand, waarover hij de hamer kon werpen geen andere bijen, dan
mocht hij de zwerm hebben.
|
This site was last updated 10/04/03