Marriage of Velema, Wiltnannes~Jans (b. 14 FEB 1814, d. 15 MAR 1877) and Alting, Aaltje~Jacobs (b. 15 MAR 1812, d. 20 APR 1873)

Note: Volgens het certificaat van de Nationale Militie deed Wiltnannes mee aande loting van 1833, "hem is ten deel gevallen het Nommer dertig,hetwelk, tot heden niet opgeroepen zijnde, hem tot geen dienst heeftverplicht". Hij was landbouwer op de Stakenborg. Hij liet bij zijnoverlijden minder dan fl 300,-- na. (CvO)

Note: Jan was de broer van Antjes stiefmoeder. Uit dit huwelijk: Wija Bos,geb. Bourtange 3.11.1839; Hillechien Bos, geb. Bourtange 1.5.1842; JanBos, geb. Bourtange 8.1.1845, ged. aldaar 2.3.1845; Antje Bos, geb.Bourtange 7.10.1847, ged. aldaar 7.11.1847.

Note: Uit dit huwelijk: Wija Geppina de Boer, geb. Bourtange 11.11.1850, ged.aldaar 2.3.1851; Jan de Boer, geb. Bourtange 4.5.1852, ged. aldaar4.7.1852; Geert de Boer, geb. Bourtange 14.9.1854, ged. aldaar3.12.1854; Antje de Boer, geb. Bourtange 29.6.1861, ged. aldaar6.10.1861; Albert de Boer, geb. Bourtange 20.5.1864, ged. aldaar30.7.1864;

Note: Het gezin woonde te Hoogezand huisnummer C 8. Later verhuisde Weija -Auke was al op vroegtijdig leeftijd overleden - naar Veendam. Uit dithuwelijk: Titia Johanna Berendina Reiding, geb. Hoogezand 30.1.1895,overl. Hoogezand 31.1.1895; Titia Johanna Berendina Reiding, geb.Hoogezand 6.2.1896; Albert Wiebe Reiding, geb. Hoogezand 2.2.1898;Johanna Berendina Titia Wija Augusta Reiding, geb. Hoogezand 2.5.1901.

Note: Hendrik was Christelijk Gereformeerd predikant in 's Gravendeel (1916),Kampen (1921), Noordeloos (1923), Drachten (1927) en tenslotte 'sGravenzande (1934-1945). In Drachten kocht hij een tweede hands auto,toen nog maar heel weinig collega's een auto hadden. Hij gebruikte dezeauto om op zondagavond, nadat hij al tweemaal in z'n eigen gemeentegepreekt had, nog een keer te preken in een omliggende plaats. Hij kreeghierdoor de bijnaam "het vliegende evangelie". Een krantebericht meldt:"Toen gisteravond de kerk der Christelijk Gereformeerde Gemeente te 'sGravenzande opnieuw in gebruik werd genomen, wilde Ds H. Velema, die van1934 tot 1945 deze gemeente als predikant heeft gediend, de gemeentetoespreken. Nadat hij enkele woorden had gesproken viel hij op de kanselachterover en was op slag dood. Een arts constateerde dat hij tengevolgevan een hartkwaal was overleden."

Note: Rijkent en Geesje hebben met hun binnenschip "Trouwe Hulp" jarenlang alsdomicilie gehad Emmer Compascuum. Vanaf 1953 lagen ze enige jaren inGroningen, vanaf 1955 in Klazienaveen. Uit dit huwelijk: EvadienaLamain, geb. Emmer Compascuum 4.5.1915, overl. 19.9.1999, tr. 31.8.1940met H. Schonewille, overl. 1998; Roelfien Lamain, geb. Emmer Compascuum22.4.1916, tr. J. van der Vinne, overl. Canada; Bonnechina Lamain, geb.Emmer Compascuum 10.8.1917, ov. Canada 3.12.1956, tr. M. Joldersma, geb.30.12.1917, won. Brampton (Ontario, Can); Jan Lamain, geb. EmmerCompascuum 17.12.1918, tr. M. Bloemberg; Jelis Lamain, geb. EmmerCompascuum 24.5.1921, ov. aldaar 6.2.1922; Jelis Lamain, geb. EmmerCompascuum 15.9.1922, won. Westerbork; Aikina Jantina Lamain, geb. EmmerCompascuum 14.4.1924, won. Enschede, tr. met F. Lubbers, geb. 22.6.1922;Pouwel Lamain, geb. Emmer Compascuum 9.7.1925, won. Delfzijl, tr.4.10.1954 met Engeltje Bijholt; Geesje Lamain, geb. Emmer Compascuum11.8.1926, won. Emmen, tr. 29.12.1953 met Gerrit Kiers, schipper, zn.van Roelof Kiers en Trijntje Hollander; Rijkent Lamain, geb. EmmerCompascuum 8.7.1928, overl. ald. 24.2.1929; Rika Lamain, geb. EmmerCompascuum 27.3.1930, tr. met W. Slot, geb. 15.7.1922; Hendrik Lamain,geb. Harlingen 16.8.1931, overl. Emmen, tr. 1.11.1957 met A. van Komen;Wilhelmina Lamain, geb. Zwartemeer 7.4.1934, won. Emmen, tr. Schoonebeek6.11.1956 met H. Wolbers.

Note: Paul was na zijn huwelijk landbouwer op de boerderij van zijnschoonvader Geert Frouws (Paul's vrouw Sientje was enig kind). Na hetoverlijden van Sientje's ouders werd de boerderij hun eigendom en daarnavan hun enige zoon Geert. De boerderij lag aan de Poststraat 2a teStadskanaal naast de "Gele Klappe", de brug over het zijkanaal, waaraanaan de ene zijde deze boerderij lag en aan de andere zijde deaardappelmeelfabriek "De Twee Provinci�n". Paul was actief in hetkerkelijk leven, eerst als ouderling in de Christelijke GereformeerdeKerk te Nieuwe Pekela en vervolgens vanaf haar stichting in deChristelijke Gereformeerde Kerk te Stadskanaal.

Note: Aikina vertrok in 1928 naar Indi�. Ze was tevoren in Emmen getrouwd methaar zwager als plaatsvervangend bruidegom. De eigenlijke bruidegomSipke verbleef reeds enige tijd in Indi�. na afloop van zijnMTS-opleiding was hij door de Bataafsche Petroleum Maatschappij (B.P.M.)uitgezonden naar Borneo waar hij diverse standplaatsen had: Balikpapan,Bandjirmasin en Tarakan. Sipke sneuvelde bij het verrichten vanmilitaire taken tijdens de Japanse aanval: het vernietigen van deolie-installaties. In maart 1942 volgde overgave en internering. Dezoons hebben gedurende de Japanse bezetting gescheiden geleefd van hunmoeder en jonge zus. Na de bevrijding dreigde een ander gevaar: deextremisten (Indonesische vrijheidsstrijders). In december 1945 werd Dikdoor hen ontvoerd. Niemand heeft hem ooit weer gezien. Het resterendegezin kwam in aanmerking voor ��n van de eerste transporten naarNederland in januari 1946. Uit dit huwelijk: Dirk Jan (Dik) Postmus,geb. Sambodja (Ned.Indi�) 9.11.1929, ov. Indonesi� december 1945, begr.Tana Abang bij Batavia; Jan Hendrik Postmus, geb. Louise (Ned.Indi�)9.9.1931, tr. Oss 3.8.1959 met Johanna Beekes, geb. 9.6.1930; NantjeWietsche (Nanny) Postmus, geb. Emmer Compascuum 18.12.1932,verpleegkundige, won. Den Haag. Deze dochter heeft in 'Rond deStakenbogh' (nrs 4 - 5, april - september 1992) uitvoerig over haarverblijf in Indi� verteld.

Note: Albert trok van kinds af aan veel op met zijn broers Jan en Roelof.Wellicht omdat zij met hun drie�n in een bedstee sliepen of gewoon omdatze goed met elkaar op konden schieten. In de tijd dat op het Oosterdiepin Emmer Compascuum de tram werd aangelegd, kwam hij in oppersteverwarring naar huis gerend. Hij bekende aan Jan dat hij iets vreselijkshad gezien. Er lagen namelijk allemaal lijkkisten op het Oosterdiep. Janwilde hier meer van weten en samen togen ze terug. Na grondige inspectiekwamen ze samen lachend tot de conclusie dat het hier slechts om debielzen van de tramrails ging.
Albert was een echte Velema met een sterk onafhankelijk karakter. VaderJan had in zijn tijd als grote vervener een kluis in huis, waar hij zijgeld en waardevolle papieren bewaarde. Dit was Albert niet ontgaan. Ineen onbewaakt ogenblik, hij was van plan van huis weg te lopen, deed hijeen greep in de kluis en vluchtte het huis uit het veld in. Lange tijdbleef hij weg. Er werd een zoektocht georganiseerd. In het veld kwamAlbert een voor hem onbekende man tegen. Deze vroeg hem of hij een diefwas. Hij, een dief? Nee hij was geen dief. Hij was Albert Velema, zeihij trots. De vreemde man fronsde zijn wenkbrouwen, greep hem in zijnkraag en zei dat hij naar hem op zoek was.
Als zoon van een vervener kwam hij natuurlijk ook in aanraking metandere verveners. Zo ook met Tonnis (Teun) de Jonge, een kleine, maarzelfstandige vervener uit Zwartemeer. Tonnis de Jonge, ook stammend uiteen verveners- en veenbazengeslacht, had twee beeldschone dochters,Geertruida en Grietje. Het waren de mooiste meiden van Zwartemeer. Zokon het gebeuren dat hij de toen nog Geertruida het hof begon te maken.Het was liefde op het eerste gezicht en Geertruida was gecharmeerd vande aandacht die ze van Albert kreeg. Hoewel er wel sprake was van enigleeftijdsverschil bleef hun liefde voor elkaar niet onopgemerkt. Zetrouwden in 1929. Een jaar eerder was Albert - samen met zijn broers Janen Roelof - begonnen met een turfstrooiselfabriek aan de 2e Niezingswijkte Zwartemeer. Daarnaast stichtten samen zij de Handelsfirma Jan Velema& Co te Barger-Compascuum, met Jan als beherend vennoot. In 1932 werd deturfstrooiselfabriek alleen voor rekening van Albert gedreven. Hijstichtte toen met zijn schoonvader Teunis de Jonge de commanditairevennootschap 'Veenderij en turfstrooiselfabriek fa. A. Velema, de Jonge& Co', waarbij de fabriek aanzienlijk werd vergroot. De firmaGeorgsdorfer Torfproduktie Werke trad als stille vennoot toe. Dezenieuwe opzet was niet erg succesvol. De economische crisis drukte eenzware stempel op de ontwikkeling van de veenderij en deturfstrooiselfabriek. Al in 1933 raakte de firma in ernstige financi�leproblemen, maar net een door het Verkoopkantoor voor Turfstrooiselverleende krediet van fl 10.000,- kon een dreigend failissement wordenvoorkomen. Dit kon het tij echter niet keren. Enkele jaren later werdzij geliquideerd waarna de onderdelen werden overgedaan aan deGeorgsdorfer Torfwerke (zie Visscher, Rond de Runde, 185-186, 374). Hetgezin woonde lange tijd aan de Barri�reweg te Zwartemeer, tegenover deturfstrooiselfabriek. Albert was vooruitstrevend. Hij had als ��n van deeersten in Zwartemeer een auto.
De liquidatie van de fabriek greep Albert erg aan. In 1936 ging hijwonen te Groningen aan het Schuitendiep 80, daarna Ged. Kattendiep 24aen tenslotte in de Poelestraat 33a. Bij zijn inschrijving werd hijfabrikant genoemd wat toen gewijzigd werd in koopman in sigaren annex.In juli 1940 vertrok hij naar de Pretorialaan 5a te Rotterdam. Na deoorlog exploiteerde Albert een pension in Den Haag en vertegenwoordigde hij een tandtechnieker. Zijn broer Roelof was in die tijdvertegenwoordiger bij Kemink boekhandel in Utrecht, utgever van deOosthoek encyclopedie. Ook Albert was daar af en toe werkzaam, verdweenna enige maanden weer, om na ��n of twee jaren weer onverwachts bij z'nbroer binnen te stappen met de woorden "dag Velema", waarop Roelofsteevast antwoordde met "dag Velema", alsof er een weekend tussengelegen had. Dit tafereel herhaalde zich enkele malen. Na het overlijdenvan Roelof in 1967 nam Albert het werk bij Oosthoek tot zijn eigen doodin 1971 van hem over. Hij woonde zijn laatste jaren in een flat aan deGoudlaan in Groningen. #datum scheiding 10.7.1937 te Emmen#

Note: Albert en Ebelina vestigden zich juni 1897 vanuit Musselkanaal in TerApel, waar hij net als z'n vader wagenmaker en kuiper was.

Note: Henk ging al jong werken op een handelskantoor en volgde avondlessen.Tijdens een onderduikperiode in de Gereformeerde Kerk van Klazienaveenleerde hij Annie kennen. Na zijn huwelijk vertrok Henk naar Medan(Indonesi�) waar hij werkzaam was bij de Rubber Cultuur MaatschappijAmsterdam. In 1958 moesten de Nederlanders uit Indonesi� verdwijnen enkeerde hij met zijn gezin terug naar Nederland. Hij bleef in dienst vande RCMA, een korte periode in Antwerpen en daarna in Amsterdam. In 1967werd hij procuratiehouder bij het grootste advocaten-notariskantoor vanNederland in Rotterdam. Hij bleef daar werkzaam tot januari 1988. InMedan aangesloten bij de Gereformeerde Kerk aldaar, volgde in 1958aansluiting bij de Gereformeerde Kerk in Amstelveen. Hij was actiefbetrokken bij het kerkewerk, zat jarenlang in de Commissie van Beheer enwas nauw betrokken bij de bouw van twee kerken in Amstelveen enBuitenveldert. Ook was hij een aantal jaren lid van het bestuur van deVU-vereniging (Vrije Universiteit) in Amsterdam. In 1977 werd naarZevenbergen verhuisd, waar het kerkewerk ook weer werd opgepakt.Daarnaast werd hij voorzitter van de sportcommissie van de gemeenteraaddaar. In 1987 volgde een verhuizing naar Maarn. Na de VUT enpensionering bleef hij voor veel mensen een financi�le vraagbaak. In1989 - na plannen van de regering voor verdubbeling van de A12 en despoorlijn Utrecht-Arnhem - was hij betrokken bij de oprichting van deVereniging Bewonersbelangen Maarn/Maarsbergen en werd hij hiervansecretaris. Ook in Maarn zat hij in de Commissie van Beheer van deGereformeerde Kerk. Hij was voorzitter van de familievereniging "DeVelema's uit Veele" vanaf de oprichting in 1990 tot 1993. Ook in anderemaatschappelijke functies heeft hij bestuursfuncties gehad.
Annie werkte na haar opleiding tot verpleegkundige en wijkverpleegsterin Leiden en Vlaardingen tot zij in januari 1949 naar Medan vertrok.Midden jaren zestig begon zij als inval wijkverpleegkundige tijdensvakantie en weekenden te werken in Amstelveen. Door tussenkomst van eenwijkverpleegkundige werd zij gedurende 1 dag per week praktijkdocenteEHBO aan de apothekersassistentenschool in Haarlem. Ook na de verhuizingnaar Zevenbergen bleef zij dit doen. Vanaf circa 1979 ging zij eerstvier, later drie dagen per week als wijkverpleegkundige werken in Breda.Ook voor de Ned. Chr. Vrouwenbond was zij actief als rayoncontactvrouwin district Noord-Brabant West. In Maarn werd zij spoedig voor hetkerkelijk werk gevraagd.

Note: Willem en Gepke trokken na hun huwelijk naar Boven-Smilde, waar zegingen boeren. In 1928 zetten ze hun boerenbestaan voort in De Krim. Deboerderij kreeg de naam "Deus Nobiscuum", daarmee uitdrukkend dat Godmet hen zou zijn. Willem was duidelijk "boer-bestuurder": naast deexploitatie van de voor die tijd grote boerderij was hij actief in het(mede)besturen van diverse organisaties op het terrein van kerk, staaten maatschappij (o.a. ouderling en scriba van de kerkeraad, bestuurslidvan de kiesvereniging en bestuurslid van de schoolvereniging). Velemannen, die ondergedoken waren omdat zij door de bezetter gezochtwerden, vonden op zijn boerderij voor langere of kortere tijd eenschuilplaats. Midden in deze angstige tijd stierf hij in 1944 op48-jarige leeftijd. Drie van zijn vijf kinderen waren toen ondergedoken.Twee werden vervolgens door de bezetter gearresteerd en zaten tot debevrijding gevangen. Gepke, Willems weduwe, is gedurende haar langeleven als weduwe (42 jaar) gebleken een kordate vrouw te zijn.

Note: Jan - na een korte carri�re als bakker - begon in 1928 samen met zijnbroers Albert en Roelof een turfstrooiselfabriek aan de 2e Niezingswijkte Zwartemeer. Daarnaast stichtten zij de Handelsfirma Jan Velema & Cote Barger-Compascuum, met Jan als beherend vennoot. In 1932 werd deturfstrooiselfabriek alleen door Albert verder gedreven. #Visscher, Rondde Runde, 185-186, 374#
Het gezin emigreerde in 1953 naar Ontario (Can). Hij was daar van beroep"contrachter". Hij was tot een ieders verrassing aanwezig op de eerstefamiliere�nie in 1990, vergezeld door dochter Fenny en zoon Klaas.

Note: Voor Amsterdam woonden ze enige jaren in Roswinkel

Divorce: Date: 30 SEP 1939

Note: Roelof begon in 1928 samen met zijn broers Jan en Albert eenturfstrooiselfabriek aande 2e Niezingswijk te Zwartemeer. Daarnaaststichtten zij de Handelsfirma Jan Velema & Co te Barger-Compascuum, metbroer Jan als beherend vennoot. In 1932 werd de turfstrooiselfabriekalleen door Albert verder gedreven (zie: Visscher, Rond de Runde,185-186, 374). Roelof en zijn vrouw woonden sinds 1934 in Groningen aande Carolieweg 21a en daarna nog op vele andere adressen, waar hijwerkzaam was als machinebankwerker (bij zijn inschrijving staat hij nogte boek als turfstrooiselfabrikant). Op 25 .5.1938 vertrok Christinanaar Den Haag. Ruim een jaar later zouden ze scheiden. In Groningenontmoette hij ook zijn tweede vrouw, die daar als dienstbode werkzaamwas. Na hun huwelijk in 1941 verhuisde het gezin naar de Hoefkade 409 teDen Haag. In 1945 kwam hij in dienst van het Rode Kruis als chauffeur.Niet lang daarna werd hij korporaal-chauffeur bij de Koninklijke Marine.In de functie van korporaal-rij-instructeur ging hij in 1947 naar Indi�,waar hij in Surabaya werd gelegerd. Een half jaar later kwamen ook zijnvrouw en twee kinderen over. Hun derde kind Jan werd in Soerabayageboren. In augustus 1950 keerde het gezin terug naar Nederland. Roelofnam spoedig ontslag en werd colporteur/vertegenwoordiger vooruitgeverijen, het langst voor Kemink boekhandel, uitgever van deOosthoek encyclopedie. Dit bleef hij doen tot aan zijn dood in 1967.#nam hijndeze over van broer Albert#

Note: Uit dit huwelijk: Lambert Jeuring, geb. Munsterseveld 23.11.1911, ov.27.9.1955; Eltje Jeuring, geb. Munsterseveld 11.8.1913, tr. Emmen27.8.1932 met G. Seubers, geb. Munsterscheveld; Hendrik Jeuring, geb.Klazienaveen 25.12.1914, veenarbeider, tr. 22.4.1939 met A. Eisinga[Barger-Compascuum]; Antienus Jeuring, geb. Klazienaveen 26.8.1917,veen-, later fabrieksarbeider, tr. Emmen 1.6.1940 met S. Koops[Klazienveen]; Koenraad Jeuring, geb. Klazienaveen 3.1.1920,veenarbeider, later controleur, tr. 1.4.1944 met A. de Vries; AaltjeJeuring, geb. Klazienaveen 27.8.1922, tr. Emmen 18.8.1945 met H. tenBerge [Nieuw-Dordrecht]; Willem Jeuring, geb. Klazienaveen 31.1.1926,fabrieksarbeider, tr. 22.2.1947 met A. Klaster; Roelofje Jeuring, geb.Klazienaveen 13.10.1929, tr. 2.4.1949 met L. Jalving, fabrieksarbeider[Niew-Dordrecht]; Mientje Jeuring, geb. Groningen 1.11.1931, tr.16.7.1955 met W. Lubbers, fabrieksarbeider [Emmen]; Egbert Jeuring, geb.Klazienaveen 2.7.1936, ambtenaar, tr. 21.12.1957 met A. Groote.

Note: Uit dit huwelijk: Johanna Christina van Kralingen, geb. Haarlem26.9.1931, tr. Haarlem 1.3.1955 met Peter Isaac van Leeuwen, geb.18.4.1927, P.T.T.-ambtenaar [Hilversum]; Hendrika Antina (Ria) vanKralingen, geb. Haarlem 1.3.1935, tr. Haarlem 7.10.1959 met JacobusHeus, geb. 13.2.1935 [Alphen aan den Rijn].

Note: Jan Pieters was boer op Jipsinghuizen nr.149, dat in 1840 werd bewoonddoor drie gezinnen: t.w. Jan Pieters zelf met vrouw en drie kinderen,een dienstknecht en -maagd; de schoolonderwijzer Geert Fekkes Spieard;de commies Harm Berends Harkema met vrouw en 2 kinderen. Antje ging nahet overlijden van haar man wonen bij haar dochter Jantje. Haar erfdeelvermaakt ze aan deze dochter. Uit dit huwelijk: Pieter Jans Joling, geb.Jipsinghuizen 13.9.1830, ov. Veele 18.2.1869, tr. Vlagtwedde 14.4.1853met Imke Hindriks Sextro, geb. Veele 28.7.1835, ov. Veele 19.2.1874, dr.van Hindrik Sextro en Antje Boers; Jantje Jans Joling, geb. 20.6.1834,ov. 3.11.1895, tr. Vlagtwedde 3.11.1855 met Geert Geerts Meems, geb.Jipsinghuizen (huisnummer 6) 20.2.1822, landbouwer ald.; Harmke JansJoling, begr. Vlagtwedde 12.11.1894, tr. Jan Wolter Gelling.

Note: Jan kocht op 14.12.1815, na zijn eerste huwelijk, voor fl 365 eenbehuizing te Vlagtwedde, huisnummer 40. Uit dit huwelijk: Roelf JansBoelen, geb. Vlagtwedde 9.5.1824, ov. aldaar 4.6.1824; Roelf JansBoelen, geb. Vlagtwedde 10.5.1825, timmerman te Finsterwolde, woont 1840in bij grootvader Roelf Jans Velema op Jolingh II te Veele; Wessel JansBoelen, geb. Vlagtwedde 10.1.1828, ged. aldaar 2.3.1828, landgebruikerte Onstwedde; Jan Jans Boelen, geb. Vlagtwedde 15.7.1830, ged. aldaar5.9.1830, boerenknecht te Vriescheloo; Harm Jans Boelen, geb.Vlagtwedde; Jantje Jans Boelen, geb. Vlagtwedde.